NOS teletekst meldde gisteren dat minister Peijs de Kamer heeft beloofd dat ze nog eens nagaat of er een snelle treinverbinding tussen de Randstad en Noord-Nederland kan komen. Ze stelt een onderzoek in naar een goedkope variant van de Zuiderzeelijn, de HST – 3.
Dat alternatief is voorgesteld door de noordelijke provincies.
De HST – variant is een sobere, goedkopere uitvoering van een hogesnelheidslijn.
Ondanks de negatieve adviezen van allerlei ter zake kundige zwaargewichten en onder druk van de Tweede Kamer, weet ook minister Peijs, die het geld voor de sporen had willen omsmelten tot asfalt, haar rug recht te houden door de kamer toe te zeggen een hernieuwd haalbaarheidsonderzoek te (laten) doen naar de mogelijkheid van een goedkope versie van de Zuiderzeelijn. De peperdure magneetbaan had te weinig aantrekkingskracht.
In 1839 reed de eerste trein in Nederland. De ontwikkeling van het spoorwegnet verliep relatief traag, omdat Nederland over veel – goedkope – waterwegen beschikte. Nu opnieuw een onderzoek moet worden gedaan, voorstellen moeten worden gemaakt en besluitvorming geformuleerd, met als reactie daar weer op gemor en gesputter van pressie- en belangengroepen met als consequentie wellicht een nieuw haalbaarheidsonderzoek enzovoort, stellen wij voor, om een kostenbesparend voorschot te nemen op de beoogde tijdwinst, de trekschuit op dit traject te introduceren. Veel goedkoper kan het niet. Veel sneller zullen de treinen vooralsnog niet rijden over het beoogde tracé. Tegen de tijd dat de besluitvorming over de ZZL rond is, is het Noorden helemaal onthaast en zit niemand meer te wachten op hysterisch snelle verbindingen. ‘Hoe gaat het daar bij jullie?’ ‘O, alles gaat zijn vooruitgangetje.’
Voor-uit-gan-ge-tje (het ~ (o.), Nrd. Ned.)
Voortgang (lett. en fig.) met traag, gemoedelijk tempo ((als) van een trekschuit). Zie ook slakkengang.
zaterdag 3 juni 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten