Jan Peter Balkenende is teleurgesteld in de intellectuelen, kunstenaars en schrijvers omdat ze zich niet in het politieke debat laten horen. Hij heeft een brief aan Harry Mulisch geschreven waarin hij vraagt waar het maatschappelijk engagement van de genoemde groep mensen is gebleven. De Nederlandse intelligentsia zou de politiek een spiegel voor moeten houden, vindt hij.
We vragen ons af waarom JP zijn vraag uitgerekend aan Harry Mulisch stelt, die antwoord dat een ander het maar eens moet doen. Hij is, zegt hij zelf, in zijn schrijversbestaan al genoeg geëngageerd geweest.
Duidelijk is dat de premier zijn Buitensporig Ambtenaren, die niet anders willen dan hem een spiegel voorhouden, zwaar over het hoofd ziet. Wij begrijpen echter niet goed waar Jan Peter het over heeft. Is hij het niet zelf geweest die enige tijd geleden de satiremakers een halt toe wilde roepen. Wat heeft hij aan een spiegel wanneer hij hier niet in wenst te kijken!?
woensdag 18 oktober 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten