dinsdag 30 mei 2006

Kredietcrisis

Het Kabinet Balkenende mag zich, blijkens een door TNS Nipo verricht trendonderzoek, verheugen in toenemend vertrouwen – en dus ook populariteit – van de Nederlandse ‘kiezer’. Krijgen Balkenende en consorten in het meest recente onderzoek de handen van 55% van de geënquêteerden in vreugde op elkaar, in februari was dat nog slechts een als rampzalig aangeduide 39%, als opmaat voor de gemeenteraadsverkiezingen – waarin, het is geschiedenis, de regeringspartijen een fikse draai om de oren kregen van het grillige electoraat.
In Nova wordt wekelijks een politieke barometer gepresenteerd, waarin schommelingen in de politieke verhoudingen met boekhoudkundige braafheid in kaart worden gebracht.
De vergelijking met het vaderlandse weer dringt zich op. ‘Grillig’, ‘onvoorspelbaar’ en dan nog die ‘barometer’.
Goed, het weer in Nederland is grillig, en tot op zekere hoogte onvoorspelbaar. Er komt echter geen greintje toeval aan te pas, het is alleen veel te ingewikkeld om te kunnen voorspellen. Het maakt zichzelf, en pas achteraf is de logica vast te stellen.

Geldt dat voor kiezersgedrag ook?

Wij zijn bang van niet. De gemiddelde kiezer graait het liefst in de verschillende grabbeltonnen met aangeboden, onmisbare ondersteuning van individueel en fleurig levensgeluk. Zegt de economie via premier Buikspreekpop dat het slecht gaat, dan blijft de consumptiebehoeftige goegemeente thuis met de hand op de knip en chagrijn op het gezicht. Komt vervolgens het signaal dat het weer goed gaat, dan komen de kiezers jubelend uit hun holen om aan het rondgebazuinde herstel van de economie in gebaar en woord uiting te geven. In gebaar, want het geld rolt weer de kassa’s van de aanbieders van allerlei onmisbaars in, en in woord: Balkenende wint aan populariteit. Na het zuur komt nu dan het zoet. Heeft hij dat niet steeds gezegd? Een proces, willen we maar zeggen, dat niet moeilijk te voorspellen is.

Geen opmerkingen: